Het desolate beeld van een winterse wijngaard spreekt misschien weinig tot de verbeelding. Er gebeurt ogenschijnlijk niets interessant maar in werkelijkheid bereidt de wijnstok zich in alle kalmte voor op de nieuwe groeicyclus.
Periode van rust en herstel
Na de oogst (september tot oktober op het noordelijk halfrond) gaat de wijnstok geleidelijk in slaapfase. De temperatuur daalt, de dagen worden korter waardoor de groei van de plant afgeremd wordt. De bladeren vallen en wijnstok wordt kaal. Het in slaap wiegen gebeurt geleidelijk aan zodat de plant kan wennen aan de seizoen verandering.
De winter is een tijd van verpozing en herstel. De druivelaar geniet van een welverdiende rust na een lang en intens groeiseizoen. Tijdens de rustperiode vertraagt het metabolisme van de plant. Tegelijk worden koolhydraten (suikers) opgeslagen die de druivelaar in de lente terug nodig heeft om te kunnen groeien wanneer in april – mei de knoppen terug zullen uitlopen.
De naakte stam met spichtige twijgen ziet er voor het ongeoefende oog maar somber uit maar onderhuids vinden er echter belangrijke processen plaats, zoals knop- en wortelgroei.
Wintersnoei
De winter is het uitgelezen moment om te snoeien in de wijngaard. Dit is nodig om de plant in optimale omstandigheden de groeinieuwe cyclus te laten starten. Traditioneel gebeurt de wintersnoei begin januari. Men zal de groei van het vorige jaar terugsnoeien en het dode hout verwijderen. Het snoeien bevordert de algemene gezondheid van de wijngaard en is gedeeltelijk bepalend voor de toekomstige opbrengst. De wijnstok krijgt ook een bepaalde groeivorm mee.
Klimaatverandering zorgt voor uitdagingen
De klimaatverandering stelt de druivelaar voor ernstige uitdagingen. Niet alleen zijn er meer periodes van droogte en extreme hitte in de zomer, ook de winters zijn anders. We krijgen te maken met veel meer neerslag dan gewoonlijk met wateroverlast tot gevolg.
Gevaar op voorjaarsvorst
De veelal zachte temperaturen vroeg op het jaar zorgen voor verwarring in de natuur. Meer en meer krijgen we te maken met extreem zachte dagen in het voorjaar waarbij het kwik vlot boven 15°C klimt. Aangenaam terrasjesweer denk je dan allicht, maar wanneer deze zachte periode lang genoeg duurt is dit het signaal voor de wijnstok om te ontwaken uit zijn winterslaap. Wanneer de temperatuur dan terug plotseling daalt is de kans op vorstschade enorm groot. Plotse temperatuurschommelingen zijn erg gevaarlijk. De tere knoppen en jonge bladeren kunnen vervriezen waardoor er opbrengstverlies zal zijn. Door later te snoeien zal de druivelaar ook later uitlopen, waardoor de kans op vorstschade wel vermindert. In de toekomst zullen wijnbouwers hun wijngaarden frequenter moeten beschermen tegen de voorjaarsvorst.
Grondwater reserves
Tijdens de winter wordt ook het grondwaterpeil aangevuld. Dat is broodnodig omdat de bodems anders te droog zijn en teveel zouten bevatten. Neerslag spoelt het zout weg en legt waterreserves aan zodat de kans op hydrische stress (chronisch watertekort) in de zomer kleiner wordt. Helaas wordt ook dit evenwicht de laatste jaren ernstig verstoord waardoor de wortels in de winter dreigen te verzuipen terwijl ze in de zomer naar water snakken.
Wanneer je deze winter langs een wijngaard wandelt, sta dan even stil bij de onderhuidse schoonheid ervan. De druivelaar geniet van zijn welverdiende rust en verzamelt kracht druiven aan te leveren voor de levensdrank waar we allemaal zo lyrisch over zijn.